Een dubbel bijzondere leerling is een leerling die zowel geïdentificeerd wordt als een begaafde leerling als dat is vastgesteld dat hij belemmerd wordt door een leer- of ontwikkelingsstoornis (Reis e.a. 2014). Alleen blijkt in de praktijk dat deze leerlingen zich niet zo makkelijk in een definitie laten ‘vangen’ en daar meestal buiten vallen. Vanwege de begaafdheid wordt vaak een deel van de leer- of ontwikkelingsstoornis gemaskeerd of gecompenseerd, waardoor het lastig is om te weten te komen wat er werkelijk speelt. Daarbij is het gevaar van misdiagnose en misdidactiek levensgroot, wat grote gevolgen voor het welbevinden van de leerling heeft.

Tijdens de inspiratiemiddag op 4 oktober jl. nam Annemieke Weterings, gespecialiseerd in begaafdheid, ons mee in het kijken naar de belemmeringen en de kansen van deze leerlingen en op welke manier we daar als leerkracht invloed op kunnen uitoefenen. In onze begeleiding is het belangrijk om de volgende vragen te stellen:

  • Wat gaat goed (of beter)? En wat gaat minder goed?
  • Wanneer gebeurt dat en wat maakt voor deze leerling het verschil?
  • Wat zijn mogelijke achterliggende oorzaken?
  • Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het beter gaat?
  • Hoe kunnen we afstemmen op de talenten van de leerling en die zoveel mogelijk benutten?

Tegelijkertijd mogen en moeten we de begrenzing die de stoornis met zich meebrengt accepteren en de leerling leren om realistische verwachtingen van zichzelf te hebben. Omdat dit voor iedere leerling weer anders ligt, zal effectieve begeleiding echt maatwerk moeten zijn.