Elke school heeft een ondersteuningsteam (OT). Het OT bespreekt leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben voor hun sociaal-emotionele of cognitieve ontwikkeling. In het OT participeren de ouders van de betreffende leerling, de leerkracht, de IB’er en een orthopedagoog. Indien mogelijk wordt ook de leerling zelf bij deze bespreking betrokken. Afhankelijk van de aard van de problematiek worden ook andere professionals uitgenodigd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een schoolmaatschappelijk werker, een ambulante begeleider, een jeugdverpleegkundige of de zorgmakelaar van het samenwerkingsverband.

De professionals van het OT zoeken naar oplossingen die passen bij de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de leerling. De intern begeleider stelt een ontwikkelingsperspectief (OP) op. Bij dit OP hoort een handelingsplan, het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). De intern begeleider voert over dit OPP een op overeenstemming gericht overleg met ouders, om de instemming van ouders op dit plan te verkrijgen.